Pensioen en vakantiegeld

Werknemers en vastbenoemde ambtenaren krijgen jaarlijks het vakantiegeld in mei uitbetaald. De uitbetaling van het vakantiegeld gebeurt samen met de uitbetaling van het rustpensioen. Zelfstandigen hebben hier geen recht op.

Het eerste jaar dat je een rustpensioen ontvangt, heb je geen recht op vakantiegeld. Dit wordt pas vanaf het tweede pensioenjaar automatisch uitbetaald. Hierop zijn twee uitzonderingen:

• Indien je het jaar dat vooraf ging aan het pensioen een gans jaar een sociale uitkering als ziekte-, invaliditeits- en werkloosheidsuitkering ontving, dan heb je vanaf het eerste pensioenjaar recht op vakantiegeld.
• Als je een overgangsuitkering ontvangt, heb je geen recht op vakantiegeld

Hoeveel vakantiegeld je ontvangt, wordt door het pensioentype bepaald. Indien je een rustpensioen aan gezinstarief hebt, dan wordt het vakantiegeld ook aan het gezinstarief uitbetaald (index 176,06).

• Rustpensioen aan gezinstarief: 1464,91 euro brutovakantiegeld
• Rustpensioen als alleenstaande: 1171,92 euro brutovakantiegeld
• Overlevingspensioen: 1171,92 euro brutovakantiegeld

De bedragen van het volledige vakantiegeld zijn brutobedragen. Hierop moet er nog bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Hoeveel bedrijfsvoorheffing je moet betalen is afhankelijk van het totaal belastbaar pensioen en het pensioentype (alleenstaande of gezinsbedrag). Er wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden als je een pensioen hebt dat lager is dan 1499,99 euro als alleenstaande of 2199,99 euro als gezinstarief. Er kan maximaal 36% bedrijfsvoorheffing worden ingehouden.

De cijfers werden aangepast met nieuwe bedragen en wetgeving vanaf 1 mei 2024. De bedragen van het vakantiegeld wijzigen jaarlijks in de meimaand.