Indexsprong voor alle gepensioneerden extra pijnlijk voor bewoners woonzorgcentra

OKRA protesteert met klem tegen deze index-ingreep voor àlle gepensioneerden, met hoog of laag pensioen. Tot nog toe worden de maand na de overschrijding van de spilindex van de afgevlakte gezondheidsindex de pensioenen verhoogd met 2 %. De regering wil daar nu telkens drie maand mee wachten. Dat kost voortaan de gemiddelde gepensioneerde bij elke indexsprong 68 euro. We staan ver van de belofte dat aan de index niet wordt geraakt. Eerder al ging ook de welvaartskoppeling van de pensioenen op de schop. En wordt voor 65 000 hoge ambtenarenpensioenen de indexering gestopt.

Het gemiddeld pensioen bedroeg 1 707 euro netto in januari 2024. Bij elke indexering stijgen de gemiddelde pensioenen met  ruwweg 34 euro. Het vertragen van de indexering van de uitkeringen die de federale regering heeft besloten kost een gemiddelde gepensioneerde 68 euro bij elke indexaanpassing.

Voor bewoners van woonzorgcentra wordt het, indien de Vlaamse regelgeving niet snel wordt aangepast, nog pijnlijker.  Daar is immers voorzien dat de dagprijzen van het woonzorgcentrum de eerste dag van de tweede maand die volgt op de spilindex-overschrijding mogen aangepast worden met 2 %.  Sinds maart 2025 is de nieuwe regeling effectief van toepassing dat de prijzen van het  woonzorgcentrum pas mogen worden geïndexeerd nàdat de pensioenen werden aangepast. Door de aangekondigde maatregel van de federale regering wordt dit weer ongedaan gemaakt: eerst zullen de prijzen van de woonzorgcentra stijgen, pas nadien de pensioenen.  OKRA dringt er bij minister Gennez op aan om de regelgeving in Vlaanderen onverwijld aan te passen.

OKRA wijst er op dat het gemiddelde woonzorgcentrum 2245 euro per maand kost. Bij een indexaanpassing stijgt de gemiddelde kost met 45 euro, terwijl er bij het gemiddelde pensioen bruto 34 euro bijkomt. Bij elke indexaanpassing wordt de kloof tussen het gemiddelde pensioen en de gemiddelde kost van het woonzorgcentrum weer blijvend groter.

We wijzen er ook op dat het niet evident is om de dagprijzen van de woonzorgcentra zonder meer te indexeren met de consumptie-index. Uiteraard is het niet meer dan billijk dat woonzorgcentra hun prijzen kunnen aanpassen wanneer hun kosten stijgen. Maar de algemene consumptie-index  weerspiegelt niet de kosten van woonzorgcentra, maar deze van een gemiddeld huishoudbudget.

De kosten van een woonzorgcentrum evolueren niet zoals de algemene index.  De lonen van het zorgpersoneel worden immers door de overheid gedragen, de afschrijvingen en interestlasten voor de gebouwen evolueren niet met de index en meerdere hoofdgroepen van de afgevlakte gezondheidsindex (communicatie, onderwijs, gezondheidskosten, horeca) zijn niet relevant voor de werkingskosten van een woonzorgcentrum. Daarom wordt ook in andere sectoren een specifieke index gehanteerd bij prijsherzieningen, die beter afgestemd is op de kostenevolutie in die sector. De bouwsector hanteert bijvoorbeeld een drievoudige index die rekening houdt met loonkosten, energiekosten en materiaalkosten; de verzekeringssector heeft een ABEX index die de evolutie van de  waarde van woningkosten volgt.  We vroegen daarom om ook een studie te maken van de evolutie van kosten van woonzorgcentra, en met de relevante deel- indexgroepen een meer relevante sectorindex te hanteren voor woonzorgcentra.

Voor meer info:
Herman Fonck,
voorzitter belangenbehartiging OKRA – 0478 553 775